Max Bruch: Zweedse Dansen, Op. 63

Max Bruch
Max Bruch, geboren in 1838 in Keulen en gestorven in 1920 in Friedenau bij Berlijn, was componist en dirigent. Hij begon op negentienjarige leeftijd als Kapellmeister in 1867 in dienst van de graaf van Schwarzburg-Sondershausen in de omgeving van Koblenz. Maar al snel, in 1870, vestigde hij zich als onafhankelijk componist, eerst in Berlijn en later in Bonn. Vervolgens in Liverpool, daarna Breslau om in 1892 directeur te worden van het Berlijnse conservatorium, waar hij compositie doceerde.
Hij schreef zestien koorwerken, drie symfonieën, zestien concerten voor solo instrumenten en orkest, negen liedbundels en twee strijkkwartetten. Toch is hij beroemd geworden door zijn vioolconcert (1866), Kol Nidrei voor cello en orkest en de Schotse Fantasie voor viool en orkest.
Hij schreef zestien koorwerken, drie symfonieën, zestien concerten voor solo instrumenten en orkest, negen liedbundels en twee strijkkwartetten. Toch is hij beroemd geworden door zijn vioolconcert (1866), Kol Nidrei voor cello en orkest en de Schotse Fantasie voor viool en orkest.

De Zweedse Dansen zijn oorsponkelijk gecomponeerd voor viool en piano. Al spoedig volgde een versie voor piano 2- en 4-handig, voor militaire kapel en voor orkest. Opvallend in deze 15 dansen, voorafgegaan door een inleiding die terugkeert in de laatste dans, is de overvloed aan rustige dansen. De tempoaanduidingen lento, andante en adagio zijn sterk overheersend.